Seksuologe Ann Eben over abortus
Wij spraken met klinisch seksuologe en psychotherapeute Ann Eben die de voorbije jaren veel expertise opbouwde rond o.a. abortus. We vroegen naar haar ervaringen in het werkveld.
An haar eerste ervaring met zwangerschapsverlies was tijdens haar stage psychotherapie in het abortuscentrum van Hasselt. Hierna studeerde ze verder haar master seksuologie, maar ze bleef vakantiewerk doen in het centrum. Mensen die door een biologische oorzaak, of omdat ze zelf de keuze hebben gemaakt de zwangerschap kozen om een zwangerschap af te breken, kwamen bij Ann terecht. Ze begeleidde patiënten van begin tot einde, ook tijdens de zwangerschapsafbreking zelf en bij de zorg nadien. Toen er een vaste vacature vrijkwam, was de keuze snel gemaakt. Dit werk was altijd al haar passie. Ze heeft er uiteindelijk 6 jaar gewerkt in een sterk en verbindend team.
Hoe zag jouw job er juist uit?
“Ik deed echt alles. Telefoons opnemen, vragen beantwoorden, het onthaal van de mensen, het administratieve werk, de eerste consultatie, het gesprek na de verplichte wachttijd, de effectieve zwangerschapsafbreking begeleiden, de nazorg en de gesprekken nadien …”
Hoe sta jij tegenover de verplichte 6 dagen bedenktijd?
“Het opleggen vind ik fout, wie zijn wij om te zeggen dat personen 6 dagen moeten wachten? Het is belangrijk dat de hulpverlener ondersteunend is en goed vragen kan beantwoorden. Het afschaffen van de verplichte bedenktijd, een vraag die vanuit de abortushulpverlening komt, is iets waar wij ook voor pleiten. Ik persoonlijk vind het wel nog altijd een meerwaarde dat we de vrouwen spreken op een moment voor het effectieve plaatsvinden van de abortus, dan is er minder stress. Het allerbelangrijkste is dat er heel veel keuzemogelijkheden zijn. Je hebt de keuze al dan niet een zwangerschapsafbreking te doen, je hebt de keuze om (afhankelijk van hoe ver je bent) een medicamenteuze behandeling te doen of een curettage. Een vrouw moet iedere keer de autonomie hebben om te beslissen over haar proces en haar manier van ermee om te gaan. Iedere vrouw en ieder koppel beleeft het op haar/hun manier.”
Wat is volgens jou belangrijk rond het recht op abortus?
“Het moet laagdrempelig zijn, zowel wat betreft toegankelijkheid als op financieel vlak. Dat is niet altijd eenvoudig. Om het veilig en anoniem te houden, staat er niet in grote letters ‘abortuscentrum’ op de voorgevel. Mensen moeten soms op zoek gaan.
Financieel mag een abortus mensen nooit in een moeilijke(re) situatie brengen. In Vlaanderen is het gelukkig voordelig, het kost ongeveer 3,50 euro (indien je in orde bent met de ziekteverzekering). Voor de maatschappij gaat het wel over €500 - €600.”
Er hangt nog zoveel taboesfeer rond abortus, welke taboes mogen voor jou absoluut doorbroken worden?
“Het begint al met hoe erover gesproken wordt. Abortus ‘plegen’ wordt gezegd, dat is alsof je een misdaad begaat. Het taalgebruik bepaalt al de sfeer die er rondhangt. Een neutraal begrip is nodig. De vooroordelen over wie voor een abortus kiest, moeten ook de wereld uit. Ons publiek is zo divers, er is geen eenduidig profiel. Het gaat zeker niet enkel over tieners die zwanger worden, de grootste leeftijdscategorie bevindt zich tussen de 20 en 40 jaar oud. Hier komen mensen van alle nationaliteiten en sociale klassen. Er is geen groep die eruit springt. Alle stereotiepe ideeën die er rond heersen komen dus niet terug in onze cijfers.”
Hoe gaan we sensitief om met abortus, maar stappen we weg van het idee dat het per se traumatiserend moet zijn?
“Daar zijn heel wat onderzoeken naar gevoerd, ook door de Wereldgezondheidsorganisatie. Het is al bewezen dat het niet leidt tot depressieve klachten of andere psychologische problemen. Hoe iemand zich voor een abortus voelt, bepaalt natuurlijk wel hoe die zich erna voelt. Als het al een kwetsbaar persoon is, of een persoon met depressieve klachten, kan het uiteraard meespelen in de abortushulpverlening. Het verwerkingsproces is heel persoonlijk. De abortus op zich is vaak niet het probleem, maar het feit dat er zo’n taboe en schaamte rond heerst wel. Het feit dat personen het tegen niemand kunnen vertellen en ze de rest van hun leven met een geheim rondlopen, is soms psychologisch veel zwaarder dan de ingreep zelf. Wij bieden hulpverlening na de abortus maar daar wordt niet zoveel gebruik van gemaakt.”
Jullie rol is veelal psychologisch en therapeutisch, hoor ik.
“Ja, toch wel. Veel mensen die hier binnenkomen zeggen dat ze nooit gedacht hadden dit te zullen doen. Je begint dus al met de opdracht om stereotyperingen af te bouwen die mensen hebben over abortus. Mensen moeten dat eerst voor zichzelf plaatsen en zichzelf de toestemming geven om het te doen. Dat is de essentie die ik wil meegeven. Het is meer verantwoord ouderschap om te kiezen voor abortus dan om een ongewild kind op de wereld te zetten. Het negatieve idee dat over abortus leeft, staat haaks op het idee dat je er soms goed aan doet een abortus uit te voeren. Hoe meer mensen weten over een thema, hoe meer genormaliseerd het wordt. Artikels zoals dit met het juiste perspectief helpen ook al (lacht)! Iedereen in zijn leven heeft een kans ongepland zwanger te worden. Iedere maand is er een kans, anticonceptie is niet perfect, ons lichaam is niet perfect, onze partner is niet perfect. Het is absurd te denken dat het jou niet kan overkomen.”
Hoe kan dit anders volgens jou?
“Wat mij belangrijk lijkt, is beginnen met een positief beeld creëren van seksualiteit. Zo kom je later meer in verbinding met jezelf. Vragen zoals “Wat wil ik?”, “Wat vind ik belangrijk?” en “Wat vind ik leuk?” zouden ons aangeleerd kunnen worden. Hierdoor leg je de basis voor je waarden en normen al en weet je ook, als ik iets niet leuk vind, is dat helemaal oké en mag ik daarnaar handelen. Er zijn leuke dingen en met toestemming kunnen we heel veel doen met onze seksualiteitsbeleving maar er zijn inderdaad ook een aantal uitdagingen die op je pad kunnen komen. Er kan een zwangerschap ontstaan en dan mag je ook weer bij jezelf voelen hoe je daar tegenover staat. Je mag heel feitelijk meegeven hoe een abortus gaat, dat hoeft niet te fel gekleurd te zijn. Er moet niet gedaan worden alsof het niets is, maar het mag ook niet bekeken worden als een probleem. Het is gewoon iets waar je voor staat en waarin je een keuze kan maken. Wanneer je iets meteen heel negatief ziet en als een probleem omkadert, is de ervaring voor een groot deel al gevormd als iets enorm onprettig. Het is een gegeven en je komt ervoor te staan, de medische wereld biedt antwoorden. Dit en positieve seksualiteitsbeleving is iets dat nu nog te vaak ontbreekt in de seksuele opvoeding van onze jongeren.”
“Ik ben ook coördinator van het postgraduaat seksuele hulpverlening aan de UCLL. Daar geef ik bijvoorbeeld ook les rond abortushulpverlening. Ik merk op dat als je gepassioneerd vertelt over een taboe zoals abortus, mensen hun blik openen. 80% van de studenten hebben na de opleiding hun blik op abortus veranderd. Door 1 artikel of opleiding kan je al mensen aanzetten tot nadenken. Ook in de politiek ligt het gelukkig weer op tafel. Hopelijk komt ook vanuit die hoek positieve verandering.”