Hoe bied je steun aan iemand in een fertiliteitstraject?
Iedereen kent wel iemand die worstelt met vruchtbaarheidsproblemen. Je wilt hen graag steunen, maar weet vaak niet precies hoe. En daardoor floep je er soms ongepaste of nutteloze opmerkingen uit. Het overkomt ons allemaal, maar we staan er vaak niet bij stil hoe dit voelt voor het koppel dat door het fertiliteitstraject gaat. We zetten enkele do’s en don’ts op een rijtje. Wat zeg je beter niet? En hoe kan je het koppel een hart onder de riem steken?
“Nog altijd niks? Moet ik het eens komen voordoen misschien?”
Lachten met de situatie kan zeker opluchten, maar is in een dergelijke situatie echt delicaat. Koppels maken misschien zelf grapjes over hun verminderde vruchtbaarheid, maar van iemand buitenaf kan dat snel verkeerd overkomen. Probeer dus niet de flauwe plezante uit te hangen, maar toon oprechte belangstelling. Je zal het koppel er zoveel meer plezier mee doen.
“Ik krijg soms echt het schijt van die van mij.”
Jij zucht diep als je kind de zoveelste keer niet luistert. Maar wensouders dromen van zo’n situatie. Natuurlijk weten ze dat kinderen niet altijd even top zijn, maar dat vermindert hun verdriet absoluut niet. Hun toekomstbeeld is onzeker, die gevoelens kunnen soms hun leven overheersen. Probeer dat niet kleiner te maken door dergelijke opmerkingen, maar luister naar hun zorgen zonder te oordelen.
“Als ge er niet voortdurend mee bezig zijt, is ’t zeker direct prijs.”
Was het maar zo eenvoudig. Wie in een fertiliteitstraject zit, is daar vaak wel mee bezig . Je moet medicatie nemen, naar het ziekenhuis voor testen of gesprekken ... Het is onmogelijk om dat ‘los te laten’, voor beide partners. Het is ook niet fijn om zoiets te horen, want zo simpel is het nu eenmaal niet. Vertel hen in de plaats dat je hen sterk vindt.
“Ken je Marcia? Wel, bij de vriendin van haar kapper was het raak door …”
De kans is heel groot dat het koppel al elke theorie ter wereld heeft gehoord. En ook elke mogelijke manier heeft uitgetest. Nog eens moeten horen dat het bij die ene wél zo lukte, helpt hen echt niet verder. Als je er toch iets over wil vertellen, zeg dan dat je hen aan mensen kan voorstellen om erover te praten, als ze dat willen. Of vraag of jij artikels of boeken kan lezen die je kunnen helpen hen beter te begrijpen.
“Oei, ik zal maar nie zeggen dat er een kleintje op komst is.”
Baby’s en zwangerschappen van anderen kunnen pijnlijk en confronterend zijn. Maar dat betekent niet dat het koppel jou niets gunt. Je moet het niet voor hen verzwijgen, want dan kunnen ze zich uitgesloten voelen. Vertel het hen op een rustig moment apart en geef hen tijd om hun emoties te uiten. Probeer begrip te tonen voor hun situatie, ook wanneer ze niet enthousiast reageren op de babyfoto’s of de uitnodiging voor de babyborrel.
“’Ik zal maar niets vragen, dan komt alles weer naar boven.”
Of je er nu naar vraagt of niet, die mogelijke zwangerschap zit toch in hun hoofd. Vraag aan het koppel wat voor hen het meest aangename is en hoe zij het zien. Zo geef je hen ook de ruimte als ze het er even niet over willen hebben. Of je kan hen op belangrijke momenten zoals een ziekenhuisafspraak even sturen ‘ik denk aan jullie’. Dat is een fijne manier om er voor hen te zijn.
“Seg, zo’n oud nieuws, maak je je daar nog altijd druk om?”
Verdriet om een onvervulde kinderwens blijft zwaar. Er blijven in het leven momenten komen waarop het verdriet wordt aangewakkerd. Bijvoorbeeld wanneer de kinderen van vrienden afstuderen of trouwen. Maar ook wanneer zij opa en oma worden. Al die mijlpalen kunnen het koppel (tijdelijk) terug katapulteren naar het verdriet om de ongewenste kinderloosheid. Het is goed om je hier bewust van te zijn en op zo'nmomenten eventueel uit te spreken dat je hieraan denkt.