De aanraking
“Hey, ik zag je gisteren ook al in de frituur met je ander zoontje.” De papa aan de jeugdbeweging van mijn oudste zoon spreekt me joviaal aan. Het is niet zijn manier van aanspreken of vrolijke blik die me lang bijblijft. Het is zijn vluchtige aanraking. Een gebaar van een seconde, even een klopje op mijn bovenarm. Een hartelijk , joviaal klopje.
Ik ben er ondersteboven van. De hele tijd komt het terug naar boven. Hoe erg is het met mij gesteld dat ik van een klopje op mijn arm al ondersteboven ben? Hoe lang is het eigenlijk al geleden dat ik nog eens echt aangeraakt ben? En dan bedoel ik niet de vele knuffels van mijn zonen, de warme omhelzingen van mijn ouders en grootouders. De dikke zoenen en knuffels van mijn hartsvriendinnen.
Neen, ik bedoel de warme aanrakingen van een man die me graag ziet. Een man die oprecht geïnteresseerd in me is en bij me wil zijn, ook fysiek. Die me met heel zijn lijf kan omhullen in zijn warmte, die me begeert en gegeerd doet voelen.
Veel te lang geleden, concludeer ik. Ik zit al zo lang in mijn dikke burcht, dat ik vergeten ben hoe dat voelt. Die burcht is veilig en comfortabel, niemand die er zo maar binnen geraakt. Niemand die dat hart nog eens zal vermorzelen, opnieuw en opnieuw. Ik zal eens op mijn toren staan en dan piep ik wel even naar buiten.
En toch, dat ene kleine miniklopje, het brengt me volledig van mijn melk. Eigenlijk is die burcht heel comfortabel, maar soms ook heel eenzaam en koud, ondanks de talloze dekentjes en kussens. Hoe heerlijk zou het zijn om geen dekentje nodig te hebben, maar genoeg te hebben aan een liefhebbend mannenlijf dat veilig en vertrouwd is en waar ik tegenaan kan kruipen.
En daar is hij, dat barstje in mijn burcht, het verlangen dat eruit sijpelt … Wie weet bereikt het stroompje wel eens de man die mijn warm deken mag zijn.
Reactie toevoegen