Dankbaarheid met een groezelig randje
Ik ben al een tijdje vrijwilligster in het asielcentrum bij mij in de buurt. De haat die ik voelde toen het centrum er kwam, de angst voor het onbekende, de vooroordelen … Het deed me besluiten dat ik mijn zonen een andere kant wilde laten zien. Dat gastvrij zijn voor iedereen - en zeker voor mensen in nood - een waarde is die ik hen wil meegeven.
Ik ben geen wereldverbeteraar, ik besef dat we niet iedereen kunnen helpen. Of dat er veel nepaanvragen tussen zitten.
Een tijdje geleden sprak ik met een gezin waarvan ik buddy ben. Veel willen ze niet kwijt over hun vlucht uit Irak. Het verhaal is zo zwaar dat het vaak geen optie is om er uitgebreid over te praten. Ik zie het in de ogen van hun 14-jarige dochter. Te serieus voor haar leeftijd. Haar broertje vertelde me dat ze tijdens de tocht 4 dagen verloren is gelopen en op eigen kracht haar familie terug heeft moeten vinden.
Zoals iedereen onder ons heb ik veel te veel spullen: te veel, dubbel, nutteloos … Dus besloot ik te kijken wat het gezin kon gebruiken en het weg te geven.
Was dit een goed idee? Ik zag de verlegenheid in hun ogen, de schaamte ook. Ik hoorde de vele dankjewels en voelde daarin een dankbaarheid die gevoed werd met heel veel andere gevoelens. Ik probeerde met hand en tand duidelijk te maken dat dankjewel niet moest. De ongemakkelijkheid bleef als een rookwolk tussen ons in hangen.
Ik nodigde ze uit om met het mooie weer langs te komen, gewoon om hun kinderen te laten spelen. Hele dagen op een kamertje, opgesloten door coronamaatregelen, deed hen aarzelend aan mijn deur staan. De kinderen genoten van gras, zon, buiten spelen. Mijn kinderen genoten van nieuwe contacten. De ouders liepen wat ongemakkelijk rond, tot ze voorzichtig vroegen of ze geen water mochten geven aan mijn planten of onkruid mochten uitdoen. Of of ze misschien met mijn honden mochten gaan wandelen.
Dat dat niet nodig was, antwoordde ik. Weer die ongemakkelijkheid. Tot ik doorhad dat ze het dolgraag wilden doen, al was het maar om even dat gevoel van ‘verplichte’ dankbaarheid van zich af te schudden, om even van betekenis te zijn. Nu was het aan mij om me ongemakkelijk te voelen. Het besef deed me klein voelen, hulp aanvaarden is ook voor mij geen evidentie. Ik kon voelen wat zij voelden, dankbaarheid met een groezelig randje aan, ongemakkelijk aanwezig.
Intussen zoeken we samen verder onze weg hierin. We leren van elkaar en groei ik als mens. Ik besef dat zo maar geven, niet altijd zo maar geven is.