Cocon
Het was bij momenten heel eenzaam. In mijn kleine cocon die ‘fertiliteitstraject’ heette. Als ik om me heen keek, leek het wel alsof ik de enige vrouw met vruchtbaarheidsproblemen in het ganse heelal was.
Toen we voor het eerst een wachtzaal van een fertiliteitscentrum binnenstapten, was dat een openbaring. Want ik stelde tot mijn grote verbazing vast dat die afgeladen vol zat. En dit was maar één van de zoveel fertiliteitscentra in België, en niet eens één van de grootste. Kon je nagaan. Ik probeerde in gedachten het aantal wachtenden te extrapoleren (ja, ik heb ooit nog veel wiskunde gestudeerd) en concludeerde dat het er over gans België heel veel moesten zijn. En over het ganse heelal misschien nog wel een paar meer. Rond die periode begon ik ook op blogs en fora te lezen. Stilaan viel mijn frank. Ze bestonden wel degelijk: mijn onzichtbare lotgenoten. In indrukwekkend grote getalen … Wauw.
Onzichtbaar
Mijn onzichtbare lotgenoten spraken over endometriumdiktemetingen, blastocysten, introcytoplasmatische sperma injectie, assisted hatching, basale temperatuurmetingen, antrale follikeltellingen, nier-ying en nier-yang … alsof het de normaalste zaken van de wereld waren.
Mijn onzichtbare lotgenoten hadden een ongeziene kennis over alle soorten hormonen in het vrouwelijk lichaam. Oestrogeen en progesterone, uiteraard (makkie) . Maar ook LH. FSH. AMH. En het door een ieder onder ons fel begeerde … HCG. (*)
Mijn onzichtbare lotgenoten hadden een onevenaarbare kennis over hormonale medicatie en voedingssupplementen. Genoeg om stilaan zelf een gespecialiseerde apotheek te starten (bij wijze van spreken dan).
Mijn onzichtbare lotgenoten spraken een eigen taal. Met verbazingwekkend uitgebreide woordenschat. En daarbij hoorde ook een gigantische verzameling afkortingen (hou u vast) : MMM. FM. BMS. CD. PU. ET. FET. LF. 2WW. AH. DPO. DPT. NOD. ONGI. BFP. BFN. IUI. TTC. IM. MK. MA. enzovoort (**)
Mijn onzichtbare lotgenoten konden worden onderverdeeld in diverse subgroepen : de nieuwelingen, de pré-ivf-ers, de prille ivf-ers, de doorwinterde ivf-ers en de absolute die-hards. Zelf heb ik het geschopt tot in de laatste categorie. Maar in dit geval geldt dat hoe minder ver je geraakt, hoe beter.
Mijn onzichtbare lotgenoten ervaarden duidelijk hetzelfde als ik. Ze voelden hetzelfde. Ze reageerden hetzelfde. En dat schepte instant een band. Hun wereld was een aparte wereld (een soort bubbel was het naar mijn aanvoelen zelfs soms). Die ook de mijne was.
Mijn onzichtbare lotgenoten waren een godsgeschenk. Het besef dat ik dan toch niet alléén was met mijn ‘probleem’, loste de zaak niet op. Maar het luchtte wel enorm op.
Mijn onzichtbare lotgenoten werden soms heel even zichtbaar. Die ene vriendin of collega bij wie ‘het ook wat langer duurde’, ook al spraken we daar samen amper over. Al die wachtenden in de fertiliteitscentra. De treurende Elly en Carl in de Pixar-film ‘Up’. De treurende mama-olifant Jumbo in de Disney film ‘Dombo’. Het ontdekken van een lotgenoot was keer op keer een verademing. Zelfs al was het een olifant in een tekenfilm. Oh, wat keek ik graag naar Dombo (écht).
Bespreekbaar
Wat is nu eigenlijk de clou van mijn bovenstaande verhaal? Je hebt het als aandachtige lezer misschien al door. Het gaat om het woordje ‘onzichtbaar’ (de titel boven het 2de deel was inderdaad een nogal belangrijke tip). En ook (alhoewel al moeilijker te ontdekken in deze tekst, ik geef het toe) het woordje “alléén”. Het onderwerp ‘vruchtbaarheidsproblemen’, en alle emoties die daarmee samenhangen, blijft vaak onzichtbaar, verborgen onder een dikke laag. Die laag kan uiteenlopende samenstellingen hebben. Worstel jij als wensouder met vruchtbaarheidsproblemen? Hoe dik is die laag bij jou? En waaruit bestaat die laag dan voor jou? Mogelijks bestaat ze uit het feit dat dit sowieso een privé-onderwerp is/ de taboesfeer die je voelt rond dit onderwerp/ een gevoel van falen en schaamte (onterecht!)/ bang om je kwetsbaar op te stellen/ angst voor ongevraagde ‘adviezen’ van de omgeving/ vrees voor onhandige commentaar van diezelfde omgeving/… Of vul zelf maar aan. En hoe alléén voel jij je hierdoor? Plak er eens een cijfer van 0 tot 10 op voor jezelf.
Punt is dat het onderwerp vaak heel moeilijk bespreekbaar lijkt voor wensouders. Dat heb ik in het verleden bij mezelf gemerkt en ik merk het- nu ik intussen professioneel wensouders in een fertiliteitstraject begeleid om versterkt en met meer gevoel van controle in dit traject komen te staan- ook télkens opnieuw weer bij mijn klanten. Nochtans is een ondersteunend netwerk één van de belangrijke pijlers om sterk te staan in een fertiliteitstraject. Hoe je het ook draait of keert. Dat hoeft geen ongelooflijk uitgebreid netwerk te zijn- ‘openheid’ over dit onderwerp kan perfect ‘selectieve openheid’ betekenen- maar een harde kern waar je kan op terugvallen is ongelooflijk waardevol.
Moraal van mijn verhaal
Het is mijn visie dat jij als wensouder eigenlijk best veel in eigen handen hebt omtrent hoe je in zo’n fertiliteitstraject staat, hoe je dit proces beleeft, veel meer dan je op het eerste zicht misschien zou verwachten (dat is goed nieuws voor alle duidelijkheid). Ook in hoe open je hierover bent en hoe je omgaat met je omgeving is dat zeker het geval. Anderzijds is voor jou als wensouder zo c-r-u-c-i-a-a-l dat er rond het onderwerp ‘vruchtbaarheidsproblemen’ een meer bespreekbare sfeer komt te hangen. Daarbij is het onder meer belangrijk dat je omgeving leert ontdekken hoe ze gepast kunnen reageren. Vanuit hun standpunt is dat ook niet altijd makkelijk in te schatten en dus niet evident, dat mogen we niet vergeten. Maar vanuit wederzijds respect is er veel mogelijk, daar geloof ik sterk in.
Noot (voor de niet-lotgenoten en/of de subcategorie “nieuwelingen”) :
(*) HCG = Humaan Choriongonadotrofine (zwangerschapshormoon!)
(**) MMM= Medisch MalleMolen. FM= FollikelMeting. BMS=BaarMoederSlijmvlies. CD=CyclusDag. PU=Pickup . ET=EmbryoTransfer. FET=FrozenEmbryoTransfer. LF=Luteale Fase (2de helft cyclus). 2WW=2 WachtWeken. AH=Assisted Hatching. DPO=Days Past Ovulation. DPT=Days Past Transfer. NOD=NietOngesteldheidsDag (dag dat je normaal ongesteld zou worden). ONGI=Ongesteld. BFN = Big Fat Negative (negatieve zwangerschapstest). BFP = Big Fat Positive (positieve zwangerschapstest) . IUI = Intra Uteriene Inseminatie. TTC = Trying To Conceive. IM = IntraMusculair (in de spier). SC = SubCutaan (onderhuids). MK=Miskraam. MA=Missed Abortion (ongemerkte miskraam)…
Reactie toevoegen