Grensverleggende vakantie
Vakantie is … vrijheid. Vakantie is … op avontuur gaan. Vakantie is … je grenzen verleggen.
Vakantie is … als broer en zus op ontdekking gaan.
En dat doen ze ook. Hij gaat van in het begin voluit op ontdekking, bijna roekeloos. Zij is op elk vlak sowieso eerst wat terughoudender, maar van zodra ze de smaak te pakken heeft, is ze niet meer te houden. En ook op vakantie aan zee laat zich dat voelen.
Onbekend is onbemind
Op het strand blijft ze veilig op de handdoek zitten, alsof ze smetvrees heeft. De zandkorreltjes die toch tussen haar tenen belanden, worden met precisie verwijderd. Mijn man en ik maken intussen kastelen, graven putten en versieren onze bouwsels met schelpjes in de hoop haar te kunnen overtuigen. Pas als ze ontdekt dat onder het zand net de mooiste schelpjes verstopt zitten, komt ze éindelijk van haar handdoek.
Ook bij het water blijft ze voorzichtig. Koppig als ze is, wil ze haar kleedje en onderbroek aanhouden, ondanks de verzengende hitte. Pas als ze ziet hoeveel plezier haar broertje heeft terwijl hij vecht met de golven, wil ze ook meedoen. Om daarna haar ‘pak’ (=badpak) niet meer te willen uitdoen.
Kieskeurig
Dansen vindt ze normaal gezien ook heerlijk. Ze is zelfs niet kieskeurig wat de muziek betreft. Maar wel in haar danspartners. Want door haar angst voor de levensgrote mascotte van het vakantiepark waar we verblijven, lijkt ze enkel als bevroren en vanop een veilige afstand te kunnen toekijken. En intussen sta ik als een gek mét de mascotte en met mijn zoon in mijn armen op de geïmproviseerde dansvloer, in de ijdele hoop dat ze toch nog overstag zou gaan.
We moeten ook eerst 10 keer voorbij het springkasteel wandelen vooraleer ze zelf haar sandalen uitschopt. Om daarna te blijven springen tot wij bijna duizelig worden, alleen maar van ernaar te kijken. Uiteindelijk moeten mijn man en ik elk een spartelend en brullend kind in onze armen knellen om hen mee terug naar ons vakantiehuisje te krijgen. En nadat ze van daaruit op eigen houtje terug naar het springkasteel wilden vertrekken, weten we nu ook dat we - eenmaal in ons huisje - de deuren goed moeten vergrendelen.
Als we ten slotte vragen of ze op restaurant wil gaan eten, krijgen we het typische antwoord van elke kleuter: “nee”. Maar zodra ze haar eerste kinderportie friet met smaak verorberd heeft, krijgen we – tot vervelens toe - elk kwartier opnieuw de vraag of het nog geen tijd is om terug te gaan eten.
Overredingskracht en geduld
Dus ja, met overredingskracht en met héél veel geduld, krijgen we haar wel in actie. Om haar daarna met evenveel overredingskracht en met soms al iets minder geduld weer naar huis te krijgen. Maar ook voor een zoon van 1,5 en voor een dochter van 3 is vakantie nu eenmaal vrijheid, op avontuur gaan en je grenzen verleggen!
Reactie toevoegen