Sprong in het duister
De avond valt. De baby’s liggen in bed. Mijn man en ik kunnen met een lekker drankje eindelijk dicht bij elkaar in de zetel kruipen om naar 1 van onze favoriete series te kijken. Heerlijk genieten na een drukke dag. Tot die welverdiende rust plots verstoord wordt door geschreeuw. Onze dochter is terug wakker.
Wenen, huilen, schreeuwen, brullen … daar weten we ons allemaal nog raad mee. Meestal keert de rust vanzelf wel weer. Maar als ze zich uit haar slaapzak wurmt om uit bed te kunnen springen – ze ligt nog in een kinderbedje met spijlen – dan worden we radeloos.
Hoe wat waarom?
Alle tips en tricks uit de boekjes schieten door ons hoofd, maar niets helpt. Hoewel het op lange termijn waarschijnlijk geen oplossing is, nemen we haar uiteindelijk bij ons in bed, omdat we schrik hebben dat ze zich tijdens 1 van die nachtelijke sprongen eens serieus pijn zal doen. Zij valt na enkele seconden tussen ons in slaap, maar wij liggen uren wakker. Te twijfelen over onze aanpak, te tobben over hoe het nu verder moet. Is ze rijp voor een groot bed? Is ze te oud voor middagslaapjes? Zijn we niet consequent genoeg? Heeft ze gewoon haar kuren en moeten we haar daarom straffen?
Mijn man probeert de volgende ochtend op diplomatieke wijze uit haar te krijgen waarom ze niet in haar eigen bed wilde liggen, maar zij zwijgt pertinent over haar nachtelijke uitspattingen. Ik geef er zelf verder liever niet te veel aandacht aan en hoop dat het vanzelf zal overwaaien. Ik heb er ook gewoonweg de energie niet voor na zo’n rotslechte nacht.
De daaropvolgende nachten slaap ik heel onrustig. Het is bijna alsof ik wacht op het geluid van een klein brokje mens dat het duister in springt, op weg naar ons grote bed. Ik kan alleen maar hopen dat het snel weer ochtend is ...
Reactie toevoegen