Meer diversiteit in kinderboeken
Collega Khadija Timouzar werkt als projectmedewerkster bij ons inloopteam in Antwerpen. Daar worden onder andere wekelijks ontmoetingsplaatsen georganiseerd waar ouders samen met hun kind(eren) kunnen spelen en ervaringen kunnen delen. Khadija staat er in voor het MARA-project. Als groepswerker begeleidt ze vrouwen* in hun traject en helpt hen, aan de hand van hun talenten en dromen, richting arbeidsmarkt, opleiding en hobby’s. Daarnaast schrijft ze kinder- en jeugdboeken omdat ze het belangrijk vindt dat boeken een weerspiegeling zijn van de maatschappij. Wij spraken met haar over haar jeugd, haar traject en haar boeken.
“Boeken speelden geen belangrijke rol in mijn kindertijd. Ik ging wel wekelijks naar de bibliotheek, maar dat was het. Ik las eigenlijk niet echt veel als kind, allicht ook omdat ik mezelf niet herkende in de boeken die ik uitleende. Wat ik wel veel deed, was schrijven. Ik deed dat om dingen vast te leggen die ik overdag beleefde. Ik was een echt buitenkind, altijd op avontuur en praatte met iedereen die ik tegenkwam. Daarna moest ik dan al die prikkels kwijt. Dat kon bij mijn broers en zussen, maar wanneer zij er niet waren of er even genoeg van hadden, schreef ik mijn belevenissen en gedachten op papier.”
Poëzie als kiem voor mijn later werk
“Ook als tiener bleef ik schrijven. Dan werd het eerder poëzie met een meer rebels en activistisch kantje. Je kent het wel, typische pubergeschriften. Daarna ben ik eigenlijk een hele tijd gestopt met schrijven, misschien omdat ik het niet meer nodig had. Dat is zo gebleven tot ik in Antwerpen kwam wonen en aan de schoolpoort in contact kwam met een mama die bij een uitgeverij werkte en vertelde dat ze met een onderzoek bezig waren over diversiteit in boeken. Ik vond dat héél interessant, want ik had intussen zelf al opgemerkt dat de kinderboeken die ik mijn kinderen voorlas weinig divers waren en dat kinderen met andere eigenschappen eigenlijk niet aan bod kwamen in die verhalen.”
“Eigenlijk merkte ik dat ook als kind al op in de boeken die ik uitleende, want ik herinner ze me nog allemaal en dat zegt iets, maar ik stond er toen niet echt bij stil. Het is pas toen ik moeder werd dat ik besefte dat ik er eigenlijk verandering wou in brengen. Dus begon ik te Googelen en kwam ik uit op de website van Studio Sesam, uitgeverij van inclusieve prentenboeken. Ze waren op zoek naar schrijvers en ik stelde me kandidaat. Ik schreef een eerste verhaal en maakte mijn cv op en voilà … Ik werd geselecteerd uit honderden kandidaten en was vertrokken. Ook al moet ik toegeven dat ik het eerst keispannend vond. Want wat als ik toch niet echt een schrijver bleek te zijn (lacht). Maar ik móest het proberen.”
Verantwoordelijkheid ligt ook bij uitgevers
“Een verhaal schrijven gebeurt bij mij in fases. Het is iets dat groeit in mijn hoofd en dat ik laat rijzen, maar altijd met mijn missie in het achterhoofd: ik wil verhalen schrijven die tot leven kunnen komen en waarin elk kind zich kan herkennen.”
“Ik geloof heel hard dat dat een invloed kan hebben op hun zelfbeeld, op hun eigenwaarde … Dat het belangrijk is voor jonge kinderen voor hun sociaal-emotionele ontwikkeling. Daar wil ik positieve impact op hebben. Er ligt ook een grote verantwoordelijkheid bij de uitgevers. Zij moeten kansen geven aan andersdenkenden of mensen met een niet Vlaamse oorsprong en zorgen dat hun verhalen ook geschreven worden en in de boekenwinkels terechtkomen.”
“Er zijn onderzoeken die bewijzen dat meer diversiteit in kinderboeken leidt tot meer lezen en voorlezen in gezinnen waar dat vandaag niet of te weinig gebeurt. En eigenlijk is dat zelfs evident zonder onderzoek. Elk boek, elke tv-serie, elk toneelstuk waarin je jezelf herkent, waar je feeling mee hebt … daar ga je sowieso mee naar grijpen. Ik word vaak uitgenodigd als voorlezer in scholen en bibliotheken en merk heel vaak op dat kinderen toch wel opkijken naar mij. Ik zie mezelf niet als rolmodel, maar ik wil door wat ik doe wel zorgen voor een weerspiegeling van de samenleving. Wanneer ik reacties krijg als “mijn papa doet dat ook” of “mijn mama lijkt op jou”, dan geeft me dat een warm gevoel. De meeste kinderen reageren met veel enthousiasme. Als hoofddoekdragende auteur bied ik tegelijk ook toekomstperspectief aan al de hoofddoekdragende meisjes en vrouwen. Ik wil de boodschap geven dat er toch wel enkele deuren openblijven voor álle benadeelde personen.”
Elementen voor een goed boek
“Naast het feit dat elk kind zich moet kunnen herkennen, zijn er volgens mij nog twee belangrijke elementen voor het schrijven van een goed kinderboek en dat zijn humor en verbinding. Ik zorg er altijd voor dat ik verbindende elementen in mijn verhalen stop. Zo draait mijn laatste boek ‘Overal cadeautjes’ om familie en het verwelkomen van nieuwe familieleden. Ook een eerder boek ‘Feest voor Ilyas’ gaat over iets heel universeel. Het hoofdpersonage is jarig en het is feest. Ilyas komt uit een Marokkaans gezin en als lezer merk je op dat een verjaardagsfeestje in alle culturen op dezelfde manier wordt gevierd: er is taart of ander lekker eten, er zijn slingers, cadeautjes … Ik vind het heel belangrijk om te focussen op gelijkenissen en niet op verschillen. Want gelijkenissen is wat mensen verbindt.”
Reactie toevoegen