Ik ben moe
Het is 23.00 uur als ik de volgende e-mail in mijn werk-mailbox aanklik. Ik ben moe. Het is druk op mijn werk. Correctie, het is altijd druk op mijn werk, december is meestal een recordmaand, maar dit jaar breekt alle records. Ik-ben-moe.
Ik word moe van de af te werken dossiers, te beantwoorden e-mails en to-dolijstjes die zich opstapelen.
Ik word moe van iedere dag na het afwassen van de brooddozen ook mondmaskers te moeten afkoken.
Ik word moe van de constante afweging of we de zoon nog wel naar de judo zouden sturen, een contactsport met 20 kinderen die niet zijn klasgenoten zijn.
Ik word moe van de vrees bij iedere kriebel of kuch bij een lid van ons gezin.
Ik word moe van het wikken en wegen of we een sociaal contact wel laten doorgaan. Had een van de kinderen niet een besmette klasgenoot?
Ik word moe van de verbouwingen, die al maanden bezig zijn en hoewel de veranderingen groots en fantastisch zijn, is er nog veel te doen.
Ik word moe van het haasten naar huis en naar school, omdat telewerk verplicht is.
Ik word moe van de zorgen over de zoon die net wat te slim is voor zijn eigen goed en soms geen blijf met zichzelf weet.
Ik word moe van de dochter die niet graag spruiten lust (en blijkbaar ook geen zoete aardappel) en ze daarom onder tafel wegmoffelt.
Ik word moe van de vuile vloer, waar ik nog geen tijd en energie voor heb gevonden om hem te kuisen.
Ik zie een mail binnenkomen van een collega om 23:05. Ze is mama van een kind van 2 jaar. Ik glimlach even als ik het zie.
Wij zijn (het) allemaal moe.
Reactie toevoegen