Schoon vanbinnen
Soms ben ik al eens op zoek naar evenwichten. Tussen een ethisch verantwoorde en een in-die-wereld-leven-we-nu-eenmaal-opvoeding bijvoorbeeld. Neem nu het thema ‘uiterlijk en schoonheid’. Een heuse pedagogische uitdaging.
Het schoonheidsideaal komt er bij mij thuis niet in. En dat is niet omdat ik er volgens de gemiddelde mediacriteria zelf niet aan voldoe. Mij raakt het oprecht als mensen beoordeeld worden op een uiterlijk dat niet meezit. Bovendien heeft het leven meer te bieden dan fond de teint, vermageringskuren en botox.
Beetje fierheid
Er totaal niet mee bezig zijn, hoeft ook weer niet. Een beetje fierheid over jezelf lijkt me echt wel een meerwaarde. En kleren kopen, is gewoon leuk (het ethisch verantwoord aspect van kapitalisme wordt in deze tekst niet behandeld). Althans, als je je werkelijke maat uit het rek durft te nemen. Zodat je je in het pashokje niet in het ooit-na-te-streven-maatje moet proppen om nadien depri naar huis te gaan. Maar dat terzijde.
Opvoedingsgewijs zorgt dit voor een tweespalt. Zo was ik onlangs mijn benen aan het ontharen – soms baal ik dat ik onthaarde benen mooier vind, zo’n rotklus. Mijn dochter keek ernaar. Of zij dat ook moest doen, vroeg ze. “Tuurlijk niet”, zei ik. “Maar ik heb toch ook haren op mijn benen?” Tja … “Je moet daar nu nog niet mee bezig zijn”, probeerde ik. “Jouw beentjes zijn mooi zoals ze zijn.”
Harenstrijd
Mijn zoon, die gebruikt mijn zoektocht naar evenwicht hartelijk in zijn voordeel. Als het aan hem ligt, doet hij elke dag dezelfde broek aan.
Met haar hoofdharen is het net het tegenovergestelde. Elke keer weer is het een ware strijd om dat gekamd te krijgen. Gekamd zijn haar haren mooier. En ze is dan ook geen doelwit voor moekes aan de schoolpoort die denken dat we vieze mensen zijn. Maar het is telkens een veldslag. Die zij meer dan eens wint. Dan hijsen we de witte vlag en gaat ze vol vogelnesten naar school.
En mijn zoon, die gebruikt mijn zoektocht naar evenwicht hartelijk in zijn voordeel. Als het aan hem ligt, doet hij elke dag dezelfde broek aan. Die hij geregeld zonder enige schroom achter mijn rug uit de was terug opvist. “Met een vuile broek naar school gaan, doe je niet”, zei ik kordaat. “Maar mama, schoonheid zit toch vanbinnen?” Daar stond ik dan.
Schone moraal
De aangereikte literatuur is niet bepaald een hulp. De moraal van de liefste regeert in sprookjes. En die liefheid is recht evenredig aan mooiheid. Hoe mooier, hoe liever. Hoe stouter, hoe lelijker. Het causaal verband tussen beide variabelen is duidelijk. Wel kan je nog discussiëren of a de oorzaak is van b, dan wel andersom. Wat elke sprookjesauteur echter in het midden laat, is of de goede fee en de lieve prinses moeten werken aan die mooiheid. Of hebben ze gewoon geluk? In het laatste geval zou een beetje begrip voor de lelijke oude heks wel op zijn plaats zijn.
Reactie toevoegen