Wie maakt in Vlaanderen het lijstje?
Misschien zag je onze enquête ‘Wie maakt bij jou het lijstje?’ voorbij komen. Dit najaar zetten we in op de verdeling van emotionele arbeid in huishoudens. We polsten dus al naar jullie ervaringen, maar we zijn ook benieuwd naar hoe de rest van Vlaanderen het doet. Daarom spraken we met Franne Mullens, onderzoeker bij TOR onderzoeksgroep (zij onderzoeken tijdsbesteding) aan de Vrije Universiteit Brussel en bestuurslid van feministische denktank Furia.
Hoeveel tijd besteden de Vlaamse huishoudens aan emotionele arbeid?
“Emotionele arbeid is moeilijk in uren te vatten, omdat het iets is dat zich in je hoofd afspeelt. Je aandeel emotionele arbeid hangt deels wel samen met hoeveel huishoudelijk werk je doet. Vrouwen doen over het algemeen meer huishoudelijk werk en kinderzorg, dus waarschijnlijk ook meer emotionele arbeid. We zien doorheen de jaren wel dat mannen meer zijn gaan opnemen, zeker bij hoger opgeleide koppels. Het kleiner genderverschil nu is echter ook te wijten aan het feit dat vrouwen minder huishoudelijk werk zijn gaan doen, de standaarden op vlak van huishouden zijn verlaagd.”
“Uit onderzoek blijkt dat lesbische koppels taken veel meer samen doen dan homo- of heterokoppels. In homokoppels worden de taken tussen de partners verdeeld, en dan is er meestal een klein verschil tussen de partners, maar er is niet zo’n groot verschil als bij heterokoppels. Dat is niet onlogisch, want er zitten geen stereotiepe rollen in de weg (ook al zijn die rollen in veel heterokoppels onbewust).”
“Mannen doen over het algemeen zo’n 6-tal uur meer betaald werk, en vrouwen een 7-tal uur meer kinderzorg en huishoudelijk werk. Als je dus alle arbeid optelt, betaald en onbetaald, dan is er geen groot verschil maar doen vrouwen toch net iets meer arbeid in het algemeen. Het verschil tussen mannen en vrouwen is wel veel groter bij mensen die kinderen hebben. We zien dat jongere koppels alles wel redelijk gelijk verdelen, totdat ze kinderen krijgen.”
Hoe komt dat, dat die shift er komt zodra er kinderen zijn?
“Het is moeilijk om allebei 40 uur te blijven werken en een kind op te voeden. Zeker omdat crèches en scholen vroeg sluiten. Het speelt natuurlijk ook mee dat moeders 3 maanden moederschapsverlof krijgen en vaders maar 10 dagen. Moeders zorgen dus sowieso al een lange tijd bijna alleen voor het kind. Ik denk dat het zou helpen als vaders langer verlof krijgen, eventueel zelfs 3 maanden apart zodat zij ook leren om het helemaal alleen te doen.”
“Ik denk wel dat er veel mannen zijn die meer tijd met hun kinderen willen doorbrengen, maar zij worden nog altijd afgestraft op hun werk als ze minder gaan werken. Daar zit nog heel veel ongelijkheid. In sommige jobs worden vaders zelfs scheef bekeken als ze hun volledige 10 dagen vaderschapsverlof opnemen. Waar zijn we dan mee bezig?”
“Het is ook vreemd dat scholen zo vroeg gedaan zijn. Dat is nog altijd vanuit het idee dat er iemand thuis is om de kinderen op te halen. Ook crèches sluiten vaak om halfzes, als je een eindje moet pendelen dan geraak je daar sowieso niet op tijd. Ik vind het raar dat onze samenleving iedereen pusht om meer te werken, maar de systemen voor kinderopvang daar niet op aanpast.”
Wat kan er zorgen voor een betere verdeling?
“Als we alle de verantwoordelijkheden rond een taak verdelen, dan zal dat tot gevolg hebben dat we die mentale last ook zullen delen. Als het jouw taak is om boodschappen te doen, dan moet je álles rond die taak doen. Ook opvoeding is heel belangrijk: we moeten niet alleen aan meisjes leren dat ze evenveel kunnen als jongens, maar ook jongens leren om zorgzamer te zijn.
“Eigenlijk is het vooral een maatschappelijk probleem. De samenleving heeft het altijd over betaalde arbeid alsof die onbetaalde arbeid niet bestaat. In de jaren 50 was het kostwinnersmodel overheersend: de man ging uit werken en de vrouw zorgde thuis voor de kinderen en het huishouden. Die man zelf werkte wel langer dan nu, gemiddeld 50 uur per week, maar op gezinsniveau werd er dus 50 uur betaalde arbeid verricht. Vandaag is een tweeverdienersmodel de standaard, dus op gezinsniveau ligt de betaalde arbeid veel hoger dan 50 uur, zelfs als een van de twee partners deeltijds werkt. Die man van vroeger werkte wel lang, maar kon thuiskomen en moest niets meer doen. Nu moeten al die dingen wel nog gebeuren.”
“Zeker in kinderzorg kruipt heel veel tijd. Het zijn vooral de moeders die erop aangesproken worden als hun kind het niet goed doet. Moeders gaan zich in het algemeen ook veel sneller slecht voelen en zich afvragen of ze wel een goede moeder zijn. Dat gebeurt op verschillende vlakken: ze voelen zich geen goede moeder, maar misschien ook geen goede werknemer omdat ze niet hun volledige tijd aan hun werkgever kunnen geven. En het is niet omdat dat vaker bij moeders voorkomt, dat er niet ook vaders zijn die met die zaken worstelen.”
“Eigenlijk wordt er nu op alle vlakken te veel verwacht. Sorry, maar je kan niet alles doen. Je kan niet een keigoede carrière hebben, én constant gaan sporten om een fit lichaam te hebben, én al je vrienden zien, én je huishouden doen, én kinderen krijgen én 100 keer op vakantie gaan om de hele wereld te zien én dat allemaal op Instagram showen. Dat is gewoon onmogelijk met de 24 uur op een dag die je hebt. Dat zorgt voor heel veel mentale last, zeker als die emotionele arbeid daar nog eens bijkomt.”
Heb je er een idee van wat voor mensen de ideale balans zou zijn tussen vrije tijd en (on)betaalde arbeid?
“Daarvoor zouden we sowieso collectief minder moeten gaan werken, denk ik. Daar is wel draagvlak voor, maar heel weinig mensen geloven dat het mogelijk is. Er zijn nog heel veel jobs en sectoren waarin verwacht wordt dat je overuren maakt, anders kun je niet doorgroeien. Dat is bullshit natuurlijk. Vrouwen gaan vaak minder werken als ze kinderen krijgen om de combinatie rond te krijgen, maar door die mindset van lange uren zullen ze minder kansen krijgen op de arbeidsmarkt. Dus ik snap dat mensen individueel niet minder willen gaan werken, want je krijgt minder loon en minder kansen.”
“Als we daarentegen collectief die arbeidsduur per week gaan verminderen, dan maakt dat die combinatie tussen betaalde en onbetaalde arbeid handiger. Dan maak je het ook mogelijk voor vrouwen die nu niet voltijds kunnen werken, om dat dan wel te doen. En zo ook van de voordelen van voltijds werk te genieten, qua loon en pensioen enzovoort. Economisch gezien is het ook niet per se nodig dat wij nog zoveel werken. In de jaren ’30 was er een econoom die had voorspeld dat we in de 21e eeuw nog maar 15 uur per week zouden werken. Hij zat helemaal juist over de stijging van de productiviteit door technologie. Hij ging ervan uit dat we minder zouden werken, omdat we toch op hetzelfde productiviteitsniveau zouden blijven. Onze maatschappij wil echter niet op hetzelfde niveau blijven, maar groeien. Maar het is niet omdat we economisch rijker worden, de mensen gelukkiger zijn en er minder ongelijkheid is, integendeel. Dus ik vind dat we heel goed moeten nadenken: wat zijn de prioriteiten in onze samenleving?”