Loser of winnaar
Mijn fertiliteitstraject was een mokerslag voor mijn zelfbeeld. Iets dat vanzelfsprekend leek voor alle vrouwen rondom mij, daar slaagde ik niét in. Ik faalde. Ik haatte mijn lijf om wat het mij aan deed. Mijn zelfbeeld wankelde en brokkelde af. Beetje bij beetje.
Naarmate het niet lukte om zwanger te worden, voelde ik frustratie. Woede en teleurstelling. Tegenover iedereen. De hele wereld. Maar vooral tegenover mezelf. Waar was die winnaar gebleven? Die alles wat ze deed, goed deed. Die ergens haar tanden in zette, en dan lukte het wel. Plots was die winnaar een ‘loser’ geworden. Plots was er iets dat niét lukte in mijn leven. En leek mijn leven veel minder ‘maakbaar’. Dat was ik niet gewend.
Naarmate het niet lukte om zwanger te worden, voelde ik zelftwijfel. Zou de natuur bepaald hebben dat ik mij beter niet voortplantte? Bij wijze van natuurlijke selectie? En waarom dan wel? Wat was er mis met mij?
Toen werd ik zwanger. Na de allereerste IVF- behandeling dan nog wel. Zo waardeloos was ik dus niet. Mijn zelfbeeld kende een ware heropstanding. Zeker toen ik mijn oudste zoon ook effectief gezond en wel op de wereld zette. Wat een triomf. Ik bloeide weer open.
Maar mijn zelfbeeld brokkelde terug af naarmate het ook niet wilde lukken voor een tweede kind. Ik werd geconfronteerd met een harde wetmatigheid: eens onvruchtbaar, altijd onvruchtbaar. Voetjes weer op de grond.
En opnieuw sloeg de frustratie toe. De woede en teleurstelling. De zelftwijfel. Had de natuur bepaald dat het goed was geweest voor één keer, maar dat een tweede keer echt wel onverantwoord was in mijn geval?
Deze keer lukte het niet na de eerste IVF. En ook niet na de tweede. Niet de derde, de vierde, de vijfde … Ik raakte de tel kwijt. En ook opnieuw mijn waardigheid. Alhoewel ik mij daarbij vastklampte aan mijn prachtige opgroeiende zoon. Ik was ongelooflijk fier als ik met hem rondliep. Niet alleen fier op hem. Ook op mezelf. Omwille van mijn grootste prestatie ooit.
Erger werd het nog toen ik jaren later twee miskramen kreeg. Want mijn lijf had perfecte foetusjes van nagenoeg 3 maanden, met alles erop en eraan, laten verloren gaan. Dat er niks mis bleek met de foetusjes, maakte het er alleen maar moeilijker op. Want daarmee was het bewezen: het lag weer eens aan mij. Mijn lijf had weer gefaald. Meer dan ooit. Het was een embryo- en foetus-verslindend monster. Zoveel was nu duidelijk …
Zeven jaar na mijn eerste, zette ik uiteindelijk ook mijn jongste zoon gezond op de wereld. Ik ben mijn lijf dankbaar dat het uiteindelijk twee prachtige kinderen heeft voortgebracht. Al was het met heel veel medische hulp. En dus heb ik mijn lijf stilaan zijn - naar mijn aanvoelen - jarenlang falen vergeven, het niet laten innestelen van tientallen embryo’s, en ook de miskramen.
Door de strijd die ik leverde voor mijn jongens, ben ik op mijn eigen sterkte gebotst. Ik besef wat een enorme sterkte ik kon ontwikkelen als het er echt op aan kwam. Dat is een geruststellende gedachte voor de rest van mijn leven.
De strijd om mijn kinderen heeft mij veranderd in de meest sterke versie van mezelf. Als de natuur mij al had geviseerd als zwak element, nou dan was de natuur mooi mis …
Reactie toevoegen