Geweld: een moeilijk te doorbreken cyclus
Trigger warning: het verhaal van Maxime* is erg heftig en gaat over familiaal- en partnergeweld. Nood aan een gesprek? Dan kan je bellen naar 1712 of chatten via www.1712.be.
Maxime* is 36 jaar, een enthousiaste vrouw, een echte hondenliefhebber. Maar ze is ook al bijna haar hele leven slachtoffer van geweld. Ze wil graag haar verhaal delen, om andere slachtoffers een hart onder de riem te steken en om omstaanders te aan te sporen niet weg te kijken als ze geweld vermoeden.
Onveilige thuis
“Mijn mama en ik waren twee handen op een buik. Voor papa daarentegen kon ik niks goed doen. Hij kon zich maar moeilijk beheersen, en als de bom ontplofte was ik de dupe. Hij gooide met zijn slof naar mij, trapte mijn kamerdeur in als ik probeerde te vluchten. Dan zei hij dingen als “Ik heb je op de wereld gezet, ik kan je er ook zo weer afhelpen”. Mijn mama en zus kwamen soms wel tussenbeide als het te erg werd, maar mijn mama zweeg toch vooral.”
“Toen ik ongeveer 15 was, ontwikkelde ik een eetstoornis. Ik wou ergens wat controle terugvinden. Ik ging in behandeling. Ondertussen had mijn mama opnieuw veel contact met haar eerste liefde. Ze vertelde dat aan mij, maar ik moest dat geheim houden. In een gezinsgesprek in het centrum dat me hielp met de eetstoornis, is opeens alles naar boven gekomen. Toen sloegen de stoppen van mijn papa opnieuw door, en om de een of andere reden werd ik als schuldige aangeduid. Ik had het moeten zeggen tegen hem. Ik deed dat natuurlijk niet omdat ik schrik had dat hij mama iets zou aandoen.”
“Mijn ouders zijn daarna gescheiden, maar de situatie verbeterde voor mij niet. Mama had enkel nog oog voor haar nieuwe man. We gingen van alles samen doen, naar niks samen doen. Die nieuwe partner was in het begin nog vriendelijk voor mij, maar dat duurde niet lang. Mama nam het eerst nog voor me op, zei hem dat ik haar dochter was en hij niets te zeggen had. Maar dan ging hij zolang zitten mokken en mama negeren totdat ze uiteindelijk toegaf. Hij kwam op de eerste plaats, haar kinderen uit haar vorige huwelijk telden niet meer mee. Dat vond ik heel moeilijk. Ik verhuisde in die tijd altijd maar opnieuw, van mama naar papa naar mama terug naar papa. Dat heb ik haar nooit echt vergeven, dat ze me zomaar terug in die leeuwenkuil met papa gooide terwijl ze wist hoe hij was.”
Geen erkenning voor het geweld
“Omdat ik ook mijn mama kwijt was, verloor ik helemaal de pedalen. Je hebt zo’n mensen die het aanvoelen als je zwak staat, en daar dan misbruik van maken. Jessy* was zo iemand.”
“We werden een koppel toen ik ongeveer 18 was, onze relatie duurde 2,5 jaar. Ik wou zo graag thuis weg, uit die onveilige situaties, maar ik ben in een veel ergere situatie terechtgekomen. Jessy was heel gewelddadig. Hij sloeg me zelfs in het openbaar, maar toch heeft hij dat geweld nooit toegegeven. Hij verzon allerlei excuses, met geen enkel respect naar mij of andere vrouwen. Die blauwe plekken en schaafwonden? Dat was zogezegd van te ruwe seks. Of ik verzon verhalen, ik was gek.”
“In het begin liet ik mij niet doen. Als hij mij vernederde, dan wilde ik mij verdedigen. Uiteindelijk draait het allemaal om macht, om het laatste woord te hebben. Op den duur zweeg ik, kroop ik weg in een hoekje, alles om de goede vrede te bewaren. Maar uiteraard hielp dat niet. Hij sleurde me aan mijn armen door het appartement, sloot me buiten, duwde me van de trappen. Ik probeerde weg te gaan, maar ik kon nergens terecht, dus bleef toch maar teruggaan. Ik was volledig gebrainwasht. De blauwe plekken vervaagden, maar mentaal was ik kapot gemaakt.”
“Uiteindelijk lukte het me wel om daar weg te gaan, en vroeg ik een contactverbod aan. Maar ook dat liep niet van een leien dakje, Jessy heeft me nog tot een halfjaar nadien gestalkt. Hij reed me klem, kwam op de motorkap bonken, trok gewoon de deur open terwijl ik aan het rijden was. Ik heb doodsangsten uitgestaan. Ik ben er zeker van dat als ik gebleven was, ik het nu niet meer kon navertellen.”
“Ik heb geprobeerd om hem te laten veroordelen voor het geweld. Ik ben zelfs met een vorige vriendin van hem gaan praten, die ook geslagen werd door hem. We schreven beiden brieven naar het parket, ik had doktersattesten, maar veel is daar niet uitgekomen. Het was nog niet hard genoeg zeker? Hij kon het altijd goed uitleggen. Mensen hebben er echt geen idee van wat er zich tussen 4 muren afspeelt, hoe iemand van het ene op het andere moment in een totale duivel kan veranderen.”
Nieuwe relaties
“Nadien had ik wel een betere relatie, zonder geweld. Toen merkte ik hoezeer ik dat geweld gewoon was geraakt. Als mijn partner lief voor mij was, duwde ik hem weg. Ik wist niet hoe ik daarmee moest omgaan. Ik verhuisde met hem naar Brugge, maar het is niet blijven duren. Mijn vriend werkte vaak in het buitenland, dus ik voelde me vaak eenzaam. Ik werkte wel heel veel, maar ik had niemand waar ik echt bij terechtkon. Ik leefde op automatische piloot. Toen ben ik eigenlijk zonder het te beseffen in een depressie beland, totdat het echt niet meer ging en ik ineens niet meer kon stoppen met wenen. Ik was gewoon op.”
“Ik verhuisde naar Limburg, waar ik nog steeds woon, maar ook hier raakte ik in het begin op de dool. Toen leerde ik Bart* kennen. We zijn niet ver van elkaar opgegroeid, we kenden elkaar wel wat van ziens, maar via vrienden zijn we echt in contact gekomen. Hij wou mij helpen, maar ik zei dat ik nog niet klaar was voor een nieuwe relatie. Hij is blijven vechten voor mij. Ondertussen zijn we al 10 jaar samen.”
“In de relatie met Bart heb ik ook geweld meegemaakt. Toch wil ik dat niet vergelijken met Jessy, want Bart ontkent het niet, en beseft dat hij fout zat. Hij is vaak overwerkt, en licht ontvlambaar. Hij werd vroeger ook gepest. Ik moet leren niet de probleemoplosser zijn van mijn partner. Dat is wat ik telkens doe. Maar het is al goed dat ik het weet, dan kan ik groeien naar een versie van mezelf waarvan ik nu misschien nog niet weet dat die bestaat.”
Moed bij elkaar sprokkelen
“Nadat Bart me voor de tweede keer een gebroken neus en gekneusde ribben had bezorgd, kon je me bijeen rapen. Dat was ver over mijn grenzen heen. Maar ja, wat was mijn grens? Ik heb die nooit aangegeven, dan is het moeilijk om die nog te bepalen. Ik besefte toen wel dat er iets moest veranderen, al ben ik er nog niet klaar voor om een definitieve streep onder onze relatie te trekken. Misschien lukt het binnenkort wel, ik denk dat ik die kracht bij elkaar aan het zoeken ben. Ik ben apart gaan wonen, hij heeft zelf een huis gekocht, zonder enige inbreng van mij. Dus ik denk niet dat we nog een toekomst hebben. Ik kan hem nog graag zien, maar houden van? Dat gaat niet meer. De liefde is uit mij geslagen.”
“Ik zocht recent wel hulp. Ik ga nu op gesprek bij 1712 en bij het Family Justice Center, en ik merk dat dat mij goed doet. Ik had schrik om te gaan, maar ze hebben me overtuigd om verdere hulp te zoeken, therapie om van mijn schuldgevoel af te geraken. Dat vreet nog steeds aan mij, alsof er 1000 muizen aan me knagen.”
Veroordeel de daders, niet de slachtoffers
“Ik schaam me nog altijd om ermee naar buiten te komen. Mensen kunnen ook zo hard, zo veroordelend zijn. Dat doet echt pijn, ze beseffen niet hoe je mentaal aan diggelen geslagen wordt, je wordt kapotgemaakt en herkent jezelf niet meer. Men zegt dat slachtoffers onnozel zijn, dat ze gewoon weg moeten gaan, of soms zelfs dat we het geweld uitlokken. Dat is allemaal zo’n onzin. Wat je ook doet, geweld is nooit oké. Ik zou willen dat mensen dat beter beseften.”
Meer weten?
Je kan steeds terecht bij 1712, als slachtoffer en als omstaander: www.1712.be
Rebelle voert samen met Zij-kant en Zijn al jaren actie tegen geweld. Je leest meer over onze campagnes op www.horenzienenpraten.be
*Maxime, Jessy en Bart zijn fictieve namen.