Voormalig basketbalspeelster Ann Wauters over gendergelijkheid in de sportwereld

door Rebelle

Wij spraken met Ann Wauters, voormalig basketspeelster bij de Belgian Cats, eerste Belg die een WNBA-titel won én mama van 3 kinderen. Ze neemt ons mee doorheen haar indrukwekkende carrière en beantwoordt al onze vragen over inclusie en gendergelijkheid in onze sportwereld. Als er een tak is in de maatschappij die binair is ingedeeld, dan is het wel sport. Dat er nog veel werk is om een inclusieve en gendergelijke sportwereld te kunnen garanderen, is duidelijk. Dat we ons optimisme nooit mogen verliezen, drukte Ann ons gelukkig ook op het hart. 

 

Dag Ann, bedankt om met ons in gesprek te gaan. Laten we beginnen met jouw basketcarrière, hoe ben je daar ingerold?  

“Mijn ouders hebben me nooit naar een sportclub gestuurd, hoewel ik vroeger nogal een wild kind was. Uiteindelijk ben ik zelf dan toch beginnen basketten toen ik 12 jaar was. Ik was altijd heel groot in vergelijking met andere kinderen. Dat vond ik moeilijk, want ik wou gewoon zijn zoals hen. Bij basket was mijn lengte plots een gigantisch voordeel en ik bleek ook talent te hebben voor de sport. Zo speelde ik op mijn 16 jaar al in de eerste klasse bij Aalst. Toen werd ook de WNBA opgericht in Amerika. Dat is dé basketbalcompetitie voor vrouwen, zoals de NBA voor mannen. Ik herinner me nog steeds een commercial hiervan, omdat de bal er anders uitzag. Ze speelden niet met een volledig oranje bal, maar één met witte en oranje vlakken. Vanaf toen was het mijn doel om bij de WNBA te spelen en professioneel basketballer te worden. Ik was dolgelukkig toen ik als 18-jarige een professioneel contract aangeboden kreeg in Frankrijk en niet veel later bij de WNBA begon te spelen. Basket was voor mij vooral iets dat ik graag deed en waar ik al mijn energie in kwijt kon, maar ik stond er nooit echt bij stil dat het een professionele carrière kon worden. Basket heeft ontzettend veel voor mij betekend. Het gaf me een boost in mijn zelfvertrouwen en heeft veel veranderd voor mij. Dat is van onschatbare waarde.”  

 

Sport is dus meer dan enkel een fysieke inspanning?  

“Ja, veel meer. Dat is ook wat ik zo belangrijk en waardevol vind aan sport. Het zorgt niet enkel voor je fysieke gezondheid, maar voor zoveel meer. Mij heeft het zelfvertrouwen gegeven. Ik kan me inbeelden dat dit voor andere jongeren ook zo kan zijn. Misschien zijn er wel dingen waar ze aan twijfelen, maar die net een grote meerwaarde kunnen zijn in sport. Ook voor nieuwkomers kan sport helpen bij hun integratie in het nieuwe land. Ploegsporten leren je om samen te werken, om gelijke waarden na te streven en te koesteren enzovoort. Een mooi voorbeeld hiervan vind je in de studies van Ernst & Young, die aantonen dat 90% van vrouwelijke leiders in allerlei soorten organisaties ooit aan sport heeft gedaan. Dat duidt erop dat sport echt wel belangrijk is. Niet enkel om topsporter te worden of voor fysiologische voordelen, maar vooral ook om andere kwaliteiten en vaardigheden te leren die we vaak niet op de schoolbanken aangeleerd krijgen. Ik denk dan aan de sociale en menselijke vaardigheden, maar ook hard werken en discipline. Sport kan echt een katalysator zijn op alle soorten vlakken.” 

 

Na de Olympische Spelen in 2021 heb je afscheid genomen van basketbal als topsport, maar je blijft heel actief in de sportwereld. Hoe werk jij mee aan gendergelijkheid in sport? 

“Na mijn basketcarrière werd ik voorzitter van de atletencommissie van het BIOC (n.v.d.r.: Belgisch Olympisch & Interfederaal Comité), meer specifiek de Game Changers. Dat is een groep ex-topsporters die initiatieven, zoals netwerkmomenten promoot om vrouwen onder elkaar te versterken. Om je gesteund te voelen, is het belangrijk om contact te hebben met andere vrouwelijke atleten. Sommige Game Changers nemen deel aan panelgesprekken en delen hun eigen ervaringen in de topsport. Echt wegen op het beleid of beleidsdocumenten uitschrijven doen we niet, daar is het iets te vrijblijvend voor. De evolutie die we echter opmerken en waar de BIOC ook hard op heeft ingezet, is dat er voor de eerste keer ongeveer evenveel vrouwen als mannen aan competitiesport doen. Dat is eigenlijk waanzinnig als je kijkt waar we 100 jaar geleden nog maar stonden. Nu is het tijd voor ons om een stapje verder te gaan, want heel veel jobs rond het veld - zoals trainers, scheidsrechters, bestuursleden… worden ingevuld door mannen. Dat is iets waar we aan moeten werken, als het gaat over gendergelijkheid en sport.” 

 

Merk je die positieve evolutie ook op bij recreatieve sporten?   

“Nee, jammer genoeg niet. Bij de cijfers van Sport Vlaanderen zien we dat er nog veel werk aan de winkel is. 41% van de geregistreerde sporters in Vlaanderen zijn vrouwen, dat kan nog beter als je weet dat wij 50,5% van de bevolking uitmaken. Naar trainers toe gaat het naar 36%, bij bestuursfuncties is 33% vrouw en in de sportfederaties gaat het nog maar om 17% vrouwen. We moeten dus niet enkel kijken naar wie er op het veld staat, maar ook wie de functies langs het veld invullen. Het lijkt alsof enkel mannen hiertoe in staat zijn, maar dat is uiteraard niet zo.” 
 
“Het is duidelijk dat meisjes minder kansen krijgen om aan sport te doen. Als je bijvoorbeeld in een kleinere stad of dorp basket wil spelen, is de kans groot dat er op een bepaald moment geen ploeg meer is voor meisjes en vrouwen en dan stopt heel vaak het traject van die meisjes in basket. Dat is iets dat maar heel weinig voorkomt bij jongens. Er leven ook wel wat taboes omtrent sport die meisjes tegenhouden om er helemaal voor te gaan. Zo merk ik dat meisjes niet te veel willen sporten. Ze willen er niet te gespierd en bijgevolg mannelijk uitzien. Dat is een onnodige angst, want je moet al heel wat gewichtheffen om dat op te merken. Het is jammer dat dit meisjes tegenhoudt om sterker te worden.”  

  

Toen je terugkwam met de Belgian Cats van de Olympische Spelen werd je geconfronteerd met homofobe en seksistische opmerkingen door sportjournalist Eddy Demarez. Hoe is dit binnengekomen bij jou?  

“We zaten net 12 uur op een vlucht met de hockeyploeg en Nafi Tiam die beide goud hadden behaald. We waren uiteraard heel trots op hen. Maar wij waren net niet in de finale van de Olympische Spelen geraakt en dat deed pijn. Uiteindelijk ben je blij dat je thuis bent bij je familie en de ontgoocheling kan verwerken. En dan hoor je ineens zoiets. Dat is als een gigantische slag bij heel ons team binnengekomen. Mijn eerste reactie was ongeloof. Ik wou het precies niet geloven.” 

 

Hoe is het hierna verdergegaan? 

“De VRT had 2 opties. Ze had Eddy buiten kunnen zetten, maar dat heeft niet altijd blijvende gevolgen. Dat hebben ze dan ook niet gedaan. Ik denk dat de omroep er op de best mogelijke manier mee is omgegaan. Zonder Eddy’s gedrag goed te praten, want dat is niet mogelijk, toonde hij wel schuldinzicht en dat heeft ervoor gezorgd dat er positieve acties mogelijk waren. Na Eddy een tijdje op non-actief te zetten, is de openbare omroep met hem in gesprek gegaan en hebben ze een remediëring ingezet. Mensen kunnen fouten maken en mogen daar ook uit leren. Het positieve effect is nu dat er veel meer aandacht is voor vrouwensport binnen VRT. Het kan natuurlijk nog altijd beter, maar er wordt nu veel bewuster mee omgegaan. Bijvoorbeeld, als de wielrenster Lotte Kopecky een toer wint, is het maar logisch dat dat het eerste item op Sporza is. Intussen gebeurt dat automatisch, maar twee jaar geleden was dat nog niet zo. Toen kregen mannelijke wielrenners uit het buitenland voorrang.” 
 
“Het is ook logischer dat er veel sneller aan mannelijke atleten gedacht wordt, als meer dan de helft van de redactie bestaat uit mannen. Daarom is het zo belangrijk dat het team achter de schermen, die beslissen wat er uitgezonden wordt, voldoende divers is. Na het incident is ook het programma ‘Sportvrouw’ uitgekomen, dat onze vrouwelijke topatleten in het daglicht zet. Het programma geeft een blik op hun dagelijkse realiteit en het harde werk dat ze verrichten. Dat moedig ik alleen maar aan, want we mogen er trots op zijn en ze zouden veel meer als voorbeeld gebruikt mogen worden.” 

 

Je bent ook assistent-coach geweest voor de vrouwenploeg Chicago Sky. Hoe staat het in de VS op vlak van gendergelijkheid in het basketbal?  

"Het verschil tussen België en de Verenigde Staten is groot. Sport wordt in de VS op een heel andere manier beleefd en georganiseerd. Het sportlandschap is er heel verzadigd. American football staat op nummer één, gevolgd door baseball en mannenbasket. In het vrouwenbasket moet je dus wel echt vechten voor tijd en zichtbaarheid. Dan gebeurt er ook. Sport is business in de VS en er wordt veel geld geïnvesteerd om vrouwenbasket te promoten. In België is dat helemaal anders. Hier zijn we helemaal niet op die manier bezig met sport, daarom verbaast het me ook niet dat vrouwensport nog vaak onzichtbaar en onbekend is.” 

“Een ander verschil is dat er bij vrouwenbasketbal in de VS een veel betere genderverdeling is bij de functies rond het veld. Er zijn zeker 50 procent vrouwelijke scheidsrechters en het is verplicht om minimaal één ex-speelster in je staf te hebben. Dat laatste is eigenlijk een quota die hen pusht om het beter te doen. Veel mensen vinden dit iets negatief, maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Ik denk dat er soms een duwtje in de rug nodig is om je doel te bereiken en een quota kan hierbij helpen. Ze geven hiermee ook een heel positief signaal naar topatleten. Ook na hun carrière als speelster kunnen ze verder in die wereld en kunnen ze deel blijven van die community. Het mag duidelijk zijn dat al die functies langs het veld ook door vrouwen ingekleed kunnen worden. “ 

  

Hoe wordt de rol van coach in België ingevuld?  

“In België gebruiken wij onze atleten enkel tijdens hun carrière, en dan vergeten we ze. Al die ervaring en kennis wordt zo weggesmeten, dat is te zot voor woorden. In de VS hebben 9 van de 12 vrouwelijke basketbalploegen een vrouwelijke hoofdcoach. Ik zou eens moeten nadenken of er in België vrouwelijke basketbalcoaches zijn op topniveau. Ik ken ze alleszins niet. Dat is een verloren kans, want zowel voor jonge meisjes en vrouwen, als voor jongens is het belangrijk om vrouwelijke coaches te hebben. Zo leren ze ook andere manieren van sporten kennen en begrijpen ze dat elke functie opgenomen kan worden door alle genders. Op dit moment is de rol van coach in België ondergewaardeerd. Het is iets dat je na je uren erbij neemt. Dat is fout volgens mij, daarvoor is de rol van coach veel te belangrijk. Het is ook iets pedagogisch. Ouders vertrouwen hun kind toe aan iemand waarvan ze verwachten dat ze hun kind een veilige omgeving bieden en nieuwe vaardigheden aanleren. Zowel in de topsport, als voor de jeugd moet coach een professionele titel worden. Om dit te bereiken, moeten we erin investeren, met een opleiding om ze klaar te maken voor zulke jobs. Dat is op dit moment niet aan de orde, omdat we de waarde en belangrijkheid er niet van inzien.” 

 

Welke evoluties heb jij doorheen de jaren gezien?  

 “Er is al heel wat veranderd door de jaren heen. Er waren maar heel weinig voorbeelden van vrouwelijke profbasketballers  bekend toen ik jong was. Voor de jonge speelsters die ik nu coach is dat helemaal anders. Zij groeien bijvoorbeeld op met de WNBA. Voor hen is het vanzelfsprekend dat ze daar naartoe werken. Nu besef ik hoe belangrijk het is om voorbeelden te hebben die je helpen dromen.”  
 
“Een andere evolutie die ik opmerk, is de taal van de coaches naar de speelsters toe. Ik denk niet dat coaches nu nog op dezelfde manier kunnen spreken tegen speelsters zoals toen ik jong was. Toen ik in Russische ploegen speelde, hebben wij handtastelijk gedrag van de toenmalige voorzitter getolereerd. Nu besef ik dat dat onaanvaardbaar was, maar toen was dat nog niet zo besproken. Daardoor durfden we dat niet aankaarten. Speelsters zijn ook veel mondiger geworden en durven hun grenzen aangeven, ook op vlak van mentaal welzijn. Dat was vroeger ondenkbaar. Deze positieve evoluties zijn er gekomen dankzij speelsters die moedig genoeg zijn geweest om over deze thema’s publiekelijk te spreken. Sport mag niet staan voor machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag. Veel mensen denken dat er pas prestaties geleverd worden als er met een ijzeren discipline wordt gewerkt. Dat vind ik fout. Volgens mij worden er records verbroken in een positieve omgeving waar iedereen zich veilig voelt. Uiteraard kan dit samen gaan met hard werken, maar nooit ten koste van de mentale en fysieke gezondheid van speelsters.”  

“Jammer genoeg zijn er recente voorbeelden waar het toch nog fout liep. Ik denk bijvoorbeeld aan het ‘kusincident’ in Spanje. Na de overwinning op het WK vrouwenvoetbal nam Rubiales, de bondsvoorzitter, het hoofd van speelster Jennifer Hermoso met 2 handen vast en gaf haar een kus op de mond, zonder haar toestemming. Het voorval werd gefilmd en via sociale media gedeeld. Ik blijf het vreemd vinden dat iemand, in eender welke emotie, iemand anders zo vastneemt. Nadien heeft de man noch excuses noch schuldinzicht getoond. Integendeel, hij heeft de beelden proberen vervalsen om de schuld in de schoenen van de speelster te schuiven. Deze reactie vind ik onaanvaardbaar, maar zo typerend. Sommige mannen lijken nog steeds te denken dat ze met alles wegkomen. Dit voorval speelde zich ook af in een stadium met meer dan 10 000 mensen en werd uitgezonden op tv en dan nog wordt de speelster in twijfel getrokken. Dan denk ik aan de meisjes die in kleine dorpen zoiets meemaken. Wie gelooft hen? Dat is een harde realiteit en toont aan dat de strijd nog lang niet geleverd is.” 

(n.v.d.r.: Ondertussen is Rubiales door FIFA geschorst en diende Jenni Hermoso een klacht in tegen hem voor seksueel grensoverschrijdend gedrag.)  

  

Waar moeten we volgens jou op blijven inzetten om een inclusieve en gendergelijke sportwereld te creëren?  

“Ik verkondig graag dat sport inclusief is, maar ik heb er soms mijn twijfels over. We mogen niet denken dat iedereen in België gelijke kansen heeft, dan leef je echt met oogkleppen op. Ik denk dan bijvoorbeeld aan mensen die nieuw zijn in ons land, of die het financieel niet makkelijk hebben. Hoe laat je hen proeven van onze sport? Want de structuur van sportclubs zit raar in elkaar. Het is niet evident om te weten hoe het hier georganiseerd is.” 
 
“Er wordt ook vaak lidgeld gevraagd. Dat is een drempel voor sommige mensen. Ook voor non-binaire personen is het vaak lastig om een plek te vinden in de sportwereld. Hoe gaan we daarmee om? Als er een tak is in de maatschappij die heel binair is ingedeeld, dan is het wel sport. Dat maakt ethische discussies los waar ik ook niet alle antwoorden op heb. Toch is het belangrijk om hierover open gesprekken te blijven voeren zodat we binnen 10 jaar in een meer gelijkwaardige wereld kunnen leven.” 

“Mijn grote droom is dat we sport op een andere manier organiseren en het meer binden aan het schoolleven. Hier zijn alle kinderen samen en kunnen we ze allemaal, op een laagdrempelige manier kennis laten maken met sport. Los van financiële of andere drempels. Dit kan volgens mij zorgen voor meer inclusie in sport. Onze doelstelling moet dan ook zijn dat iedereen aan sport kan doen, of dat nu competitief of recreatief is, in groep of individueel. Sport moet ons gezond en fit houden, maar het moet ons ook emotioneel en mentaal beter doen voelen, ons connecteren met andere mensen enzovoort. We mogen de waarde van sport echt niet onderschatten. Het blijft onze uitdaging om ervoor te zorgen dat iedereen zich thuis voelt in de sport.”

Reactie toevoegen

logo viva-svv

De inhoud van de site kan veranderen naargelang je een andere regio kiest.