Realistische seks
Op tv heeft iedereen waan-zin-nige seks. Waanzin als in zinsverbijstering, (honds)dolheid en gekkenwerk, als in alle acrobatie op een stokje. Eén schalkse blik volstaat om tegen 150 per uur te kunnen joyriden. Het voorspel is een exquis hors-d’oeuvre, het hoofdgerecht wordt geserveerd op een gouden schotel (de acteurs mogen 3 keer bijscheppen), het dessert wordt altijd met 2 genuttigd (één lepeltje) en nooit verstoord door brommende achtergrondgeluiden of jengeldende jongeren. Maar is dat wel realistisch?
Ik doe het één keer per week. Zonder fout. Op voorschrift van de dokter. De dokter heeft er ongelofelijke behoefte aan. Die dokter is namelijk mijn echtgenoot. Het is een man van weinig woorden, maar in bed spreekt hij boekdelen, geruisloos dan nog.
Ik heb zelf geen libido (of toch niet iets wat daarvoor kan doorgaan. Voor de lol wat tegen hem aanschurken telt niet, denk ik), dus we hebben er een paar jaar over gedaan om de juiste dosis te vinden. Na talloze nachtelijke vergaderingen, is er unaniem beslist om op zondag het medicijn toe te dienen. Zondag rustdag? Tarara!
En wat blijkt? Ik heb het gouden antidotum gevonden tegen een overdosis zagerige vent op weekdagen. Hij wéét nu gewoon: op zondag mag ik weer. Dat geeft een enorme rust. Er is wel één voorwaarde. Hij moet ervoor zorgen dat ik ook aan mijn gerief kom. Samen uit, samen thuis. En zo wordt het tóch nog leuk, voor beide partijen. Echt, ik kan het iedereen aanraden. Geen geruzie meer over seks. En af en toe doe ik extra mijn best, speciaal voor de buren.